Botswana, Juni 2016-Part 1
De grensovergang naar Botswana verliep beter dan verwacht. Er was ons verteld dat je bij de grens al je vlees en hout moest inleveren in verband met mond en klauw zeer. We hadden daarom het vlees in de slaapzak verstopt en het hout onder ons bed, achter schoenen en vuile was. De controle hierop bleek echter niet actief te worden gedaan en zodoende was onze voorraad gered.
Direct na de grens gingen we door Chobe River Front Nationaal park. Dit deel van het park leidde richting Kasane en heeft een overvloed aan olifanten, buffels, giraffes, waterbokken en impala’s. Onderweg werden we getrakteerd op een hele groep wilde honden die we spontaan op ons pad aantroffen.
Tegen schemering arriveerden we in Kasane waar we Botswaanse Pula’s moesten pinnen. Hier troffen we onze Duitse vrienden weer aan en gezamenlijk reden we naar Senyati Safari Camp, waar we bij een waterplas vanaf een leuk terras olifanten konden bewonderen. Hier gingen onze wegen werkelijk scheiden, omdat zij over een kleine 2 weken weer in Windhoek moesten zijn voor de terugvlucht van Maria.
De volgende ochtend bracht ik Martine naar het vliegveld voor een weekje Nederland om vervolgens alleen en verlaten een nieuwe camping te zoeken en om enkele zaken voor BB te regelen. BB had in Khaudum park een lekke band gekregen, omdat de binnenband bij de lage luchtdruk van 1.5 bar was gaan schuren tegen de buitenband. Zodoende zocht ik een bandentoko op om hen de binnenbanden te laten verwijderen.
Nu de banden allemaal tubeless waren, kon ik beginnen met het afwerken van een behoorlijke lijstje met klusjes. Een van de klusjes was het laten verplaatsen van de achterlichten omdat deze verder naar achter zitten dan de bumper zelf. Dit had al een achterlicht gekost en omdat deze hier niet makkelijk te verkrijgen zijn koos ik voor deze optie.
De dagen die volgden eindigden elke avond bij het kampvuur van de bar. Wat een slecht leven.
Een week later waren we weer herenigd en hebben we een boottocht over de Chobe gemaakt, waarbij we genoten van de vele vogels, olifanten, nijlpaarden, krokodillen, een enkele leeuw en een prachtige zonsondergang.
Via een pad met diep zand reden we het zuidelijker Chobe Nationaal Park binnen. Veel wild was er niet tot we het droog liggende moerasgebied binnenreden. Olifanten, giraffes, gnoes, impalas en tsechees (antilopesoort) kruisden onze weg. De fijnbosstruiken waren van het uiterste noorden tot het zuiden van het Chobe park vernield en aangevreten door de talloze olifanten.
Aan het einde van de dag vonden we een plekje om wild te kamperen. Omdat Chobe park niet omheind is, liepen er veel wildpaden rondom ons plekje, waardoor we niet helemaal relaxed aan ons kampvuurtje zaten. De vele dierengeluiden en geknak van takken maakten het er niet veel beter op. ’s Nachts werd Martine wakker, omdat ze Andrew buiten dacht te horen. Deze zat echter veilig binnen op de portipotti, want de olifant die naast onze camper aan de struiken stond te eten, nodigde hem niet uit om wild te plassen. Helaas was de nacht te donker om duidelijk de olifanten te kunnen onderscheiden. De volgende ochtend werden we beloond met een olifant die op 5 meter afstand naar onze camper zat te kijken. Toen we wat meer bezig waren, merkten we dat de olifanten ook meer op afstand bleven. Voor ons was dit een schitterende, maar ook een beetje spannende, ervaring.
De, door de Garmin, uitgestippelde route leidde door een rivierdoorwading. Tegen beter weten in probeerden we over te steken tot plotseling de voorkant van BB diep in het water zakte. Andrew kreeg natte voeten en probeerde uit alle macht BB achteruit te rijden. Het inschakelen van de 4×4 en beide sperren mocht echter zelfs niet baten. Door kort naar voren en achter te bewegen probeerden we BB er weer uit te krijgen. Net toen Martine al visioenen had van een letterlijk verzopen droomreis, kreeg BB weer grip en stuiterde achteruit de rivier uit. We hebben eerst minuut stil gezeten om van de schrik te bekomen en na het inspecteren van de na druipende BB zagen we gelukkig geen schade.
Bij Audi camp bij Maun, onze volgende stop, hebben we 2 gescheurde scharnieren, waarmee het klapdak vast zit, vervangen en heeft Andrew samen met de monteur van de camping aan BB gesleuteld. Omdat we een elektrische radiator in Nederland erop hebben laten zetten, is de oorspronkelijke radiator hoes eraf gehaald. Bij nader inzien hebben we deze toch weer teruggeplaatst. We gebruiken de elektrische radiator erg veel en als deze mankementen krijgt, hebben we niets om op terug te vallen om de motor te koelen. De koeling was meteen veel beter.
Bij Old bridge backpackers hebben we een Mokoro boottrip geboekt met een overnachting. Onze kampeerspullen pasten maar net in de Afrikaanse kano. Bij het instappen wiebelde de kano gevaarlijk en voor we het wisten dreven we door de Okavangadelta. Terwijl het landschap langzaam aan ons voorbij gleed, hing er een serene rust, enkel verstoord door het zachte geplons van de stok in het water, waarmee Andy, onze gids, onze mokoro voortbewoog.
Het water is slechts kniehoogte diep en het wildlife kan daardoor van het ene eiland naar het andere migreren. Een paar uur later legden we aan bij een eilandje en beschut tussen struiken en bomen konden we onze tent opzetten. We waren samen met een ander stel, Luel en Tina en hun gids Sam. De gidsen maakten een vuurtje aan om de wilde dieren op afstand te houden. We stonden weer eens gekampeerd tussen de olifantenpoep. In de namiddag maakten we een lange wandeling, waarbij we een enkele olifant en een lechwe bok zagen. De uitleg van onze gids over de voetsporen, de schedels en de flora die we tegenkwamen, maakten de wandeling erg interessant. ’s Avonds bij het kampvuur deelden we ons eten, wat een interessante combi van pasta bolognaise, biefstuk en door de gidsen zelf gevangen Talipia filet opleverde.
De volgende ochtend staken we over naar de andere kant van de rivier waar we al wandelend veel gnoes, zebra’s en impala’s tegen kwamen die ons nieuwsgierig bekeken. In de verte zagen we een kudde olifanten met jongen voorbij trekken. Toen we 4 uur later terug kwamen bij de mokoro’s troffen we op een afstand van ca. 75 meter een kleine groep olifanten aan. Op aandringen van Andy moesten we voorzichtig en snel instappen, zodat hij de Mokoro op een wat grotere afstand kon brengen.
Na een korte lunch werd het kamp weer opgebroken en werden de mokoro’s weer beladen. We zaten nog geen 5 minuten in de mokoro toen onze terugweg werd geblokkeerd omdat een groep olifanten aan het drinken was in de rivier en er geen ruimte was om er omheen te varen. We gingen aan land om te genieten van deze dieren. Al snel werd de rust verstoord door een motorboot en rende de kudde briezend de oever op het bos in. Andy greep zijn kans en manoeuvreerde ons snel langs de kudde voordat deze weer terug zouden komen naar de rivier.
Iets verderop troffen we 2 mannetjes olifanten in het water, maar dit keer konden we via het riet een ruime bocht maken om hen heen. De zwermen muggen in het riet vlogen op en ademen deden we dan ook maar via de neus, als wapperend met de handen om ze van ons af te jagen.
In Maun kon Andrew de gebroken spiegels laten repareren en achterhalen, waarom de accu’s van de camper niet meer goed werden opgeladen. Omdat er wat slijtage op voorwielen was ontstaan hebben we via Tatanka Parts onderdelen laten opsturen naar het depot van DHL in Francistown. [Top]
Botswana, Juni 2016-Part 2
Na het inslaan van het nodige proviand vertrokken we naar Gweta Lodge, waar we Martines verjaardag vierden aan het heerlijke buffet van de lodge. We hoorden dat een filet steak door de lokalen niet werd gegeten, omdat er geen vet aan zit. Hierdoor is de prijs laag en bij de plaatselijke slager betaalden we nog geen 6 euro voor een biefstuk van 1,3 kg.
Via zandpaadjes door licht bebost gebied baanden we ons een weg richting de Garangwe pan. Net over een klein heuveltje kwam de pan in zicht en strekte zich uit tot aan de horizon.
We besloten om aan de rand van de pan te lunchen en genoten van de leegte en stilte om ons heen. In de verte zagen we een stofwolk, welke het gevolg was van auto’s die in de verte de pan doorkruisten. Door de warmte leken ze wel door het water te rijden. Aan het einde van de dag verlieten we het ‘pad’ en midden op de droge, lege pan vonden we een plekje voor de nacht. Bij een kampvuur onder een bijna volle maan genoten we van een deel van onze pas gekochte biefstuk.
Het was al rond het middaguur toen Lekubu eiland aan de horizon verscheen. Dit rotsachtige eiland staat vol met Baobab bomen van verschillende formaten en steekt prachtig af tegen de leegte die het omringt. Na en korte pauze vertrokken we op zoek naar onze volgende wild-camping aan de onderkant van de pan. Net voor de zon onder ging, hadden we een pracht plek gevonden, die tevens voldoende sprokkelhout had voor een gezellig kampvuur. Martine had deeg gemaakt voor het maken van twee heerlijke pizza’s en roosterbrood voor de volgende ochtend.
Onze volgende stop zou Kukonje eiland zijn, als de pan droog genoeg was. De man bij de ingang gaf aan dat hij gisteren nog naar het eiland was gereden. De pan was inderdaad hard genoeg, maar met het eiland in zicht zagen we de sporen dieper en donkerder worden. We besloten het risico niet te nemen en keerde de wagen voorzichtig om. Ons achterwiel zakte al in de blubber, maar we konden veilig weer terug keren naar de rand van de pan.
Na de lunch ging Martine nog even wat yoga oefeningen doen op een wat lager gelegen zanderige plek. Andrew reed er naar toe, maar bij het wegrijden, bleek dat de achterwielen geen grip meer konden vinden. Zelfs met alle differentieel sperren in kwamen we niet verder, maar wel dieper. De glibberige modder met een chocolade textuur vulde het profiel van de banden. Er zat niets anders op dan onze rijplaten in te graven onder de wielen. Na veel geploeter met de rijplaten en weinig resultaat kwam er gelukkig een auto met lokalen langs. Zij konden ons met ons lint en kinetisch touw voldoende in beweging brengen om grip te krijgen op de platen en het verraderlijke gebied uit te rijden.
We reden uitgeteld, maar opgelucht richting de asfaltweg die ons naar Nata zou brengen. Aangekomen bij het asfalt constateerden we dat we een lekke band hadden. De zon was inmiddels onder gegaan, toen we de lekke band met veel moeite weer op het dak tilden. Tijdens de de rit naar de camping hoorden we steeds een vreemd geluid van onder de auto komen. Het bleek dat Billy zijn 4×4 niet meer kon uitschakelen, hetgeen niet echt goed is op asfalt. Op de camping bedachten we een noodoplossing, waarmee we uiteindelijk Francistown konden bereiken. Daar hebben we de door ons bestelde Volvo onderdelen afgehaald bij DHL.
De volgende dag kon Andrew samen met Gordon Alexander van ALX Commercials een hele lijst met klussen afwerken. Martine was die dag op camping Woodlands gebleven, maar voelde zich niet goed. ‘s Nachts werd de pijn in haar buik erger en kreeg ze koorts. We besloten om naar het ziekenhuis te gaan en na onderzoek bleek dat Martine een blindedarmontsteking had. In een aanbevolen privé-kliniek kon ze nog dezelfde dag worden geopereerd. De operatie verliep probleemloos en vier dagen later mocht ze de kliniek verlaten. BB had inmiddels een probleem gekregen met de remboosters en moest zonder remmen wachten op een nieuwe zending onderdelen om de boosters te reviseren. Zodoende waren we gedwongen een paar dagen te wachten op de camping van Tati River Lodge in de stad, zodat Martine rustig kon herstellen van de operatie. Gordon was zo vriendelijk om ons zijn bedrijfsauto voor het weekend uit te lenen, zodat we de stad in konden.
Het duurde echter langer dan verwacht, omdat zending een paar dagen werd vastgehouden door de douane vanwege een ontbrekend betalingsbewijs. De rest van de week hebben we gebruikt gemaakt van de taxi van Mompati, die samen met zijn dochtertjes op een avond op visite kwam. De dag voor Gordon op vakantie ging, konden we de zending ophalen bij DHL en konden de remboosters worden gereviseerd. We waren klaar om weer verder te reizen.
Helaas bleek de volgende dag de achterband die in Francistown al twee keer eerder was gemaakt, weer helemaal plat. Voor de derde keer hebben we de band laten plakken, echter het mocht niet baten. Op weg naar Elephant Sands kregen we een klapband.
Gelukkig is Andrew zo geroutineerd dat het verwisselen van de band snel gedaan was. Bij Elephant Sands waren we zo vroeg dat we een mooi plekje bij de waterplas konden uitzoeken. Na ’s middags op het terras te hebben vertoeft, kwamen we tot de ontdekking dat een groep Zuid-Afrikanen ons zo gezellig vonden, dat hun tent zo goed als tegen onze camper stond geplaatst. Terwijl we nog met verbazing naar onze intieme buren stonden te kijken, plaatste de buurman enthousiast een tentstok tegen onze autodeur aan de bestuurderskant. Dat ging Martine toch echt een stap te ver of te dichtbij in dit geval. Andrew loste de situatie op door Billy een meter verderop te parkeren. Met een Nederlands stel die we hadden ontmoet, hebben we de rest van de dag en avond genoten van de olifanten die de waterplas bezochten. Het was een fijne afsluiting van Botswana. We zijn daarna via Kasane naar de grens met Zambia gereden. [Top]