Ethiopië

Reisverslag Ethiopië 

 

Galerij Ethiopië

 

 

 

Reisverslag Ethiopië December 2016

In de Lower Omo Valley reden we over zandpaden zonder een duidelijke weg ongemerkt de grens met Ethiopië over. Dat we in Ethiopië waren werd ons duidelijk toen de motor weer afsloeg, dit maal midden in een dorpje van een inheemse stam. ET 12-01

We werden in paar seconden omsingeld door tientallen nieuwsgierige dorpelingen vragend om geld. Niet lang daarna startte de auto weer en Martine wilde de deur dichtdoen, maar er hingen een stuk of 10 kinderen aan de deur om hem open te houden. We zijn maar langzaam gaan rijden en uiteindelijk moest er wel worden losgelaten. Helaas hield Billy het aan het eind van het dorp midden in de rivierbedding weer voor gezien en werden we weer in mum van tijd omsingeld. Martine was dit keer zo verstandig om de deur niet meer openen. Gelukkig duurde het niet lang voor de auto weer startte.

Tegen het middaguur bereikten we de geasfalteerde weg naar Omorate en reden we het terrein van Immigragtie en Customs op, waar direct konden worden geholpen. De laatste toeristen waren een week geleden de grens overgegaan. Zowel het instempelen als het tekenen van het Carnet verliep probleemloos. Bij Customs werd een inventaris van onze elektronische apparatuur gemaakt. De heren wilden ook nog wel helpen met het wisselen van geld naar de lokale munt Birr. De commissie die ze wilden hebben was echter aan de hoge kant, maar we hadden het nodig om later te kunnen tanken.

De weg van Omorate naar Key Afer was grotendeels geasfalteerd en reed lekker door. Helaas hield Billy heuvelop nog al eens in. Dit zorgde voor een ongemakkelijke situatie, toen een paar meisjes ons met machetes achterna renden, omdat we weigerden te stoppen om geld te geven. Later bleek Billy achterop de auto een krassen te hebben gekregen. We vonden een kampeerplek bij een lokaal guesthouse, waar we zeer vriendelijk werden ontvangen door Chello, de zoon van de eigenaar en tevens lokale gids. Op het terrein was een bar met koud bier, dus Andrew was al lang tevreden. Toen bleek dat de bar tevens disco was en uiteindelijk pas rond 2 uur in de nacht sloot, vonden we onze keuze toch iets minder geslaagd.

Met Chello vertrokken we de volgende ET 12-02dag naar de lokale traditionele markt in Woyto. Naar zegge drinken de lokalen eerst een alcoholische drank dat er uit ziet als havermoutpap, alvorens ze gaan onderhandelen. Ze schijnen elkaar namelijk helemaal niet te vertrouwen en met een slokje op vinden ze elkaar een stukje aardiger. Wil je meer lezen over het huidige trieste lot van de stammen in Ethiopië kijk dan even op deze site.

ET 12-03Toen we weer verder reden richting Konso merkte Andrew dat de wagen veel stroever reed dan eerst. Toen hij stopte om de wielen te voelen, bleken de velgen gloeiend heet en niet veel later stonden de remmen echt helemaal vast. De laatste dagen was Billy weer moeilijker gaan remmen vanwege lucht in de leidingen. Door de warmte was de lucht gaan uitzetten en daardoor ging de wagen remmen. Andrew had net het eerste wiel los gemaakt om te zien wat er moest gebeuren, toen een auto stopte om te helpen. Het bleek een kleine touroperator te zijn met verstand van auto’s die graag zijn hulp wilde aanbieden. De conclusie was dat de druk van de remleidingen moest worden afgehaald om ze te ontluchten. Met vereende krachten konden we binnen een half uur weer verder en in Konso vonden we iemand die de remmen verder goed kon afstellen. Deze wilde echter geen prijs vooraf geven en daardoor hadden we achteraf een discussie die uiteindelijk resulteerde in een te hoge prijs voor een half uurtje werk.

We sliepen die avond bij Strawberry Eco lodge waar we op de parkeerplaats konden staan en gebruik mochten maken van een koude douche en een long-drop ecoont toilet met zitting.

De weg naar Arba Minch was redelijk glooiend met hier en daar een iets pittiger heuveltje. Het ontstekingsprobleem van Billy begon steeds vaker voor te komen, maar leidde niet tot het afslaan van de motor. Op het moment dat Billy begon in te houden als je wilde versnellen, liet Andrew het gas los en liet Billy gewoon even uitrollen, om daarna weer gas te kunnen geven zonder dat Billy inhield. ET 12-07 Het leek of de ontsteking af en toe even rust nodig had om daarna weer even probleemloos te kunnen presteren. Bij afdalingen werd dan nu ook maar af en toe het gas losgelaten om preventief wat rust te geven aan de ontsteking. Maar fijn was het niet en een oplossing , zouden we hopelijk in Addis kunnen vinden.

 

In Arba Minch gingen we naar Paradise Lodge.  De entree, het uitzicht, restaurant, zwembad…. alles zag er perfect uit, tot we onze campeer plek aangewezen kregen. Helemaal achter op het terrein hadden ze nog een braak liggend grasveldje waar we konden staan voor een eigenlijk te hoge prijs.

In de wetenschap dat we vroeg waren en nog gebruik konden maken van het zwembad stemden we in en hesen ons snel in ons zwemtenue. We kregen twee ligstoelen en handdoeken en genoten van de zon, het water en de drukte rond het zwembad. We ontmoetten Nederlanders, die werkten voor het internationale Rode Kruis en lieten ons goed informeren over de situatie in Ethiopië.

In de ochtend probeerden we een lokale sim-kaart te halen in Arba Minch, maar het systeem lag er uit. ET 12-08De weg naar Addis Ababa was erg druk met vrachtverkeer, wagens met ezels, loslopend vee en had met enige regelmaat slechte stukken asfalt. Het valt ons op dat loslopend vee met het gooien van steentjes van de weg wordt gestuurd. Deze tactiek wordt helaas ook wel eens op voorbij rijdende overlanders toegepast. Gelukkig is het ons slecht één enkele keer overkomen.

Aan het eind van de middag sloegen we af richting Bakala-Mola Lodge en campsite, maar werden door 5 man weg gestuurd, omdat het gesloten zou zijn. Toen we terugreden dachten we een plek te zien waar we rustig zouden kunnen overnachten. Er kwamen een paar kinderen aan die lieten ons te kennen gaven hen te volgen. We dachten dat ze ons naar het dorp gingen leiden, maar ze loodsten ons terug naar de weg. Blijkbaar dachten ze dat we verdwaald waren.ET 12-09 We reden door naar Karkaro Beach Cottages en kwamen er achter dat Andy (Wheelie Adventurous) en Inge (Long Walk To Freedom) hier ook waren. Het werd een gezellige avond.

Na een late start aan het heerlijke strand, reden we het laatste stuk naar Addis. Het stukje gloednieuwe tolweg dat we tegenkwamen, gaf het gevoel op de Route-National in Frankrijk te rijden. Na wat speuren vonden we Wim’s Holland House, maar die mocht door het ontbreken van de juiste vergunning geen mensen laten slapen. Rahel is bezig met het regelen van de juiste vergunningen om zo in de toekomst wel overlanders een overnachtingsplek te kunnen aanbieden. Vlakbij vonden we echter een guesthouse waar we die nacht  terecht konden. Omdat de prijs hoog was en de kwaliteit en gastvrijheid erg teleurstellend, vonden we een goedkope plek op het parkeerterrein bij Taitu Hotel. Uiteindelijk vonden we het gastvrije DS-guesthouse, waar ze voor Billy plek hadden op de oprit en we gebruik mochten maken van een luxe badkamer.

Tussen al het verhuizen in, regelden we onze visums. Voor het transitvisum voor Sudan, hadden we een visum voor Egypte nodig.  Ondertussen werd er bij Wims Holland House met Ron, een handige Nederlander die al jaren in Ethiopië woont,  gewerkt aan het ontstekingsprobleem van Billy. Het bleek een kapotte bougie te zijn. Daarnaast werd een mogelijke oorzaak van de luchtinname van het remsysteem gevonden en de remmen werden opnieuw ontlucht.

Na het ophalen van ons visum voor Sudan, vertrokken we naar het Hyena viewpoint in de bossen boven Addis Ababa, waar we op een verlaten weg de nacht doorbrachten. We stonden vroeg op, omdat we vermoedde dat dit pad door werkverkeer werd gebruikt en toen we net onze eerste kop koffie op hadden diende zich inderdaad een vrachtwagen aan, die verbaast maar geduldig wachtte tot we de wagen aan de kant hadden gezet.

We maakten snel een broodje en begonnen onze GPS zoektocht naar het uitkijkpunt. ET 12-15Eenmaal gevonden, konden we vanaf een richel neerkijken op een begroeide rotsformatie waartussen we de hyena’s en hun jongen konden zien.

Met een mooie ervaring en een volle maag begonnen we aan onze route naar de beroemde kerken van Lalibela. We eindigde de dag in een bewaakte steengroeve waar we van de bewaker de nacht mochten doorbrengen. ET 12-17We boden hem onze stoelen aan om geriefelijker te kunnen waken en troffen hem daar de volgende ochtend slapend aan. Na een kop koffie wilden hem nog een kleine vergoeding geven als teken van onze dank. Helaas bleek de man beledigd. Hij had duidelijk een veel groter kapitaal van de ‘Farangi’s’ verwacht en wilde het niet aannemen.

Op de dag dat we Lalibela zouden bereiken, besloten we, na wat Whatsapp input van onze Duitse vriend Magnus, om Lalibela letterlijk links te laten liggen door te kiezen voor een tour naar de Danakil Depressie. Mek’ele, waar de tour zou starten was te ver om die dag nog te halen en in het plaatsje Kobo begon het al te schemeren.

Martine zag een klein hotel, genaamd Adis Meraf Hotel, met binnenplaats. We werden in het Engels begroet door de dochter van de eigenaresse die uit Amerika, samen met haar zoon, Eyob, op bezoek bij haar moeder was. Missy, afkomstig uit een orthodox christelijk familie, werd op haar 16de uitgehuwelijkt aan een in Amerika wonende en 20 jaar oudere Ethiopiër, waarmee de relatie inmiddels was beëindigd. Het was voor haar destijds een bijzonder traumatische ervaring om uitgehuwelijkt te worden en te moeten verhuizen naar een land waar ze de taal niet sprak en niemand kende. ET 12-26Tegenwoordig worden de meisjes niet meer gedwongen uitgehuwelijkt. We werden voorzien van eten en drinken en niemand wilde dat wij ook maar iets zouden betalen. Halverwege het eten van onze ‘injara’, een soort grote pannekoek met saus en vlees, kwam er een meisje aan onze tafel die in één soepele beweging de rest van de injara in haar mond stak. Al etende liep ze heel rustig weg, ons in totale verbijstering achterlatend. Het meisje bleek bekend te staan dat ze niet alles op een rijtje had. Moeders had vervolgens snel weer een nieuwe injara voor ons gemaakt.

De volgende dag werd ons nog ontbijt aangeboden, maar we wisten dat we nog ver moesten rijden en bedankten voor dit gastvrije aanbod. De 190 km die voor ons lag ging over bergachtige wegen waar mooie vergezichten en bergvalleien aan ons netvlies voorbij gleden. In Mek’ele schreven we ons in bij ETT, de touroperator. Toen ze Billy zagen, werd we afgeraden om de route met eigen auto te rijden.

Met pijn in het hart en ego lieten we Billy veilig achter op het parkeerterrein van Hiltop Hotel waar hij tegen betaling enkele dagen mocht staan. Bij Milano Hotel verzamelden alle deelnemers zich en vertrok onze 30 man tellende groep met 8 Landcruisers richting de Danakil Depressie.

We maakten een korte stop bij een hostel waar we de volgende dag zouden verblijven. Tijdens deze stop kwamen we er achter dat Carl, de Belgische motorrijder die we op Lamu hadden ontmoet, ook in de groep zat, samen met zijn maatje Willem. De groep vertrok richting de vulkaan en na een tijdje gingen we van het asfalt af de woestijn in. Brede vlaktes werden doorkruist en enorme opstuivende stofwolken verhulden de auto’s. Na enkele kilometers veranderde de ondergrond van brede woestijn naar smalle rotspaadjes die een ieder deed wakker schudden. Het gebied bij de grens met Eritrea wordt streng bewaakt door militairen vanwege gewelddadigheden tegen toeristen in 2012. Eenmaal aangekomen in het militaire kamp werd het avondeten voorbereid. Bijna direct na het eten en bij het invallen van de kerstavond liepen we richting het vulkaanmeer. Na 3 uur lopen kwamen we versleten aan bij de top van de Erta Ale om vervolgens over recent uitgeharde lavastromen langzaam tot de rand van het meer te komen. ET 12-35 ET 12-36Met de gids voorop probeerden we met de groep van 30 man in zijn voetsporen te volgen…. kansloos. De vaak holle lavastroom barstte geregeld onder het gewicht waardoor je plotseling een centimeter of 20 zakte. Op sommige momenten liepen we door dampen die je op de keel sloegen, maar uiteindelijk stonden we dan op ca. 10 meter van de rand van het meer. Het zicht op deze continue bewegende hete, rode massa, die door de grootte vrijelijk kan pruttelen zonder uit te barsten, is een bijzonder en zeldzaam verschijnsel en heel speciaal om van zo dichtbij te aanschouwen en te ervaren op deze bijzondere kerstavond.

Tegen middernacht waren we terug op de top waar matrassen op de grond lagen om de kerstnacht onder de sterren door te brengen. Dat heet, tot 5 uur ’s ochtends, omdat we dan weer naar beneden zouden lopen om de hete zon voor te zijn. Beneden aangekomen, weer uitgeput en brak van de korte nacht, wachtte ons een ontbijt, alvorens we aan de 4×4 route terug naar het asfalt begonnen. Net voor de lunch maakten we een stop bij een zoutmeer met daarnaast een hotspring met zoet water. Moe en bezweet van de wandeling naar en van de vulkaan, was het water van het zoutmeer een heerlijke verkoeling die tevens het vuil van de afgelopen dagen van het lijf beet. ET 12-39De hotspring was een genot voor de vermoeide spieren en waste op zijn beurt het zout van ons af. Verfrist en opgewekt gingen we naar de lunch waar we weer smakeloze pasta van onze kok kregen. Gelukkig konden we in het restaurant ook injara bestellen. Die middag reden we terug naar het guesthouse, waar we de dag ervoor reeds eerder kort waren gestopt. Hier werden we getrakteerd op een geweldig kerstdiner van lokale gerechten waar een ieder de vingers bij op at.

Het ontbijt in de ochtend van tweede kerstdag was brood met in saus bedekt brood en meloen. Een beetje vreemd, maar wederom erg lekker. De dag begon relaxed en er was genoeg tijd om de omgeving een beetje te verkennen, voordat we vertrokken richting de zoutvlaktes. Onderweg werd onze auto bekogeld met steentjes, toen onze medepassagier besloot ongevraagd foto’s te maken van de bewoners van een paar hutten waar we stopten. We stopten voor een lunch bij een militair kamp was. Hier zouden we later terugkomen voor het avondeten en de overnachting op rieten bedjes buiten onder de sterren.

Aangekomen bij de zoutvlakte Lake Assal zagen we caravans met kamelen bepakt terugkomen vanuit het gebied waar het zout in blokken wordt gewonnen. ET 12-49De dunne laag water op de zoutvlakte weerspiegelde de kameelkaravanen in het water en het sprookjesachtige tafereel werd nog eens versterkt door de ondergaande zon. Bij de zonsondergang werden de flessen wijn en wodka geopend om te proosten op een heel bijzondere kerst in de Danakil Depressie.

De zon was net weer opgekomen, toen we redelijk uitgerust uit de slaapzak kropen die ons gedurende de nacht lekker warm had gehouden. Een ontbijtje later zaten we weer in de auto’s die ditmaal zelf de natte zoutvlakte opreden richting de zwavelvelden van Dallol. Met lage snelheid reden we met militaire begeleiding in kolonne over een bijna onzichtbaar pad. ET 12-50aAl dit opspattende zoute water bleef Billy gelukkig bespaard en toen Andrew zich op het dak van de auto had gehesen, kon hij de spiegelende zoutvlakte onbelemmerd vastleggen met de camera.

Het laatste stukje naar de zwavelmeren moesten we lopen en de geur was onmiskenbaar, maar niet hinderlijk. Het landschap dat in de loop der jaren is ontstaan door afzetting van verschillende mineralen was ronduit prachtig en beelden zeggen in deze meer dan duizend woorden…….

Als laatste stop op onze tour gingen we naar Ragad, de plaats waar het Afar volk de zoutkorsten in stukken hakt met als resultaat bijna identieke tegels van ca 4 kg. De mannen van de Tigray stam laden vervolgens de zouttegels op de kamelen om aansluitend de tocht naar de stad te maken. ET 12-57 ET 12-61Het is zwaar beroep dat al generaties op deze manier wordt uitgevoerd en ook zo in stand wordt gehouden omwille van de werkgelegenheid.

Terug in Mek’ele verhuisden we van Hiltop Hotel naar Milano hotel waar we hadden afgesproken om wat te drinken en aansluitend te gaan eten in een lokaal restaurant met traditionele dans. Het was een gezellige afsluiting.

De volgende ochtend vertrokken we naar de noordelijk gelegen plaats Axum, die bekend staat om de obelix die na jaren teruggeplaatst is vanuit Italië. Martine had inmiddels een darminfectie opgelopen, waardoor verder reizen even geen optie was. Na een extra nachtje in Axum en de start van een antibioticakuur ging het al weer wat beter en vervolgden we de prachtige weg naar Gondar. Deze smalle weg door de bergen staat bekend als erg gevaarlijk en we stuiten dan ook op enkele verongelukte vrachtwagens. De slingerende route gaf onvergetelijke uitzichten op uit de diepten omhoog rijzende canyons overgaand in de groene weelde van de Siemen mountains. ET 12-64 ET 12-66In Gondar vonden we een prima kamer in het L-Shape hotel en de volgende ochtend vroeg op Oudjaarsdag bezochten we de beroemde kastelen van Gondar, Fasil Ghebbi en de Royal Enclosures. Bij terugkomst bij de auto wilden we gelijk vertrekken naar Tim & Kim Village om Oud & Nieuw te vieren. Helaas dacht Billy daar anders over en wilde voor het eerst niet starten. Met de hulp van Meratu, een door Kim aanbevolen garagehouder, konden we net na 16:00 alsnog vertrekken. Martine had intussen de tijd leuk besteed met een bezoek aan Debre Birhan Selassie kerk uit 1700, waar ze de prachtige wand- en plafondschilderingen heeft kunnen bewonderen.

Tegen schemering aan kwamen we aan bij de relaxte camping Tim & Kim Village in Gondora en konden we meteen aan de oliebollen. Met een gezellige, maar kleine groep genoten we van een lekker buffet. Voor Kim en Mebratu is het te hopen dat het toerisme na de noodtoestand snel weer op gang komt. De volgende ochtend voelde Andrew zich niet 100% en heeft Martine met Mebratu een kanotocht gemaakt, om te genieten van de grote variatie aan vogels die Lake Tana rijk is.

ET 12-68 ET 12-71Na een voor ons veel te kort verblijf bij Tim & Kim Village moeten we verder naar Sudan. Onderweg over een binnendoor weg naar de grens worden we begroet door een zwaaiende en lachende bevolking. Wat zijn de Ethiopiërs, die niet teveel met toeristen in aanraking zijn geweest, ontzettend vriendelijk.

 

[Top]

Translate »