Tanzania September 2016
Bij de grensovergang betaalden we voor ons visum $50 pp en $25 belasting. Met de eerste kilometers in Tanzania werd de omgeving groener en heuvelachtiger. Waar in Malawi de fiets een veel voorkomend vervoermiddels was had deze hier in Tanzania plaats gemaakt voor kleine motorfietsen en Badjadjies (soort Tuk-Tuk, same same but different) waarmee werkelijk de meest onmogelijke items worden vervoerd. Waar in Malawi kleine busjes de mensen vervoerden waren het hier middelgrote bussen die het nodig vinden om op de meest onmogelijke plekken in te halen, om daarna vlak voor je weer te stoppen om mensen in te laten stappen. Het straatbeeld in de kleine dorpjes, aan de door de heuvels kronkelende weg, vertoonde een enorme bedrijvigheid. Tijdens het regelen van een lokale SIM-kaart was het leuk om dit alles te observeren. Samen met Dennis, een Nederlandse overlander, streken we neer bij Bongo Community Campsite. Hier troffen we een staand toilet aan en een douche die eigenlijk bestond uit een emmer met warm water. Dit blijkt typererend te zijn voor de goedkopere accomodaties in Tanzania.
Billy zou Billy niet zijn als hij ook in dit land niet een garage zou bezoeken. Zijn remmen waren nog steeds niet zoals het moest zijn, dus besloten we in Mbeya een garage te bezoeken om de resterende lucht uit de leidingen te persen. Ca. 20 km buiten Mbeya lag Utengule Coffee Lodge met zijn weids uitzicht, goed restaurant en heerlijk zwembad. Hier troffen we een energieke 72-jarige Barry Childs aan, oprichter van African Bridge, een NGO in Tukuyu, die ons mee nam voor een wandeling naar de koffieplantage van Utengule Coffee Lodge. Hij vertelde dat over enkele dagen één van hun gesteunde dorpen het 5-jaar durende project succesvol had afgerond en nodigde ons uit om de viering hiervan bij te wonen. Vroeg in de ochtend vertrokken we met enkele medewerkers van zijn staf naar het ver in de heuvels gelegen dorp. We kwamen als eerste aan bij het veld dat naast de lokale school lag. Het duurde niet lang voordat de volledige school zich rond onze wagen had verzameld en met behulp van het hoofd van de school werd er een rij gevormd, zodat we iedereen netjes een hand konden geven. Net als Alexander en Maxima gingen we de eindeloze rij af, totdat dit stukje protocol netjes was afgerond en alle kinderen weer vrolijk hun eigen gang gingen en wij waren bevrijd van deze formaliteit.
De viering van de onafhankelijkheid, na 5 jaar te zijn ondersteund en onderricht, ging gepaard met langdradige speeches, afgewisseld met zeer enerverende lokale dans en muziek. Het publiek en de optredens leverden heel veel interessant en uniek beeldmateriaal op. Als afsluiting werd er een zeer late lunch geserveerd.
Op de rit terug naar Mbeya bleek een afgedopte leiding van de koelvloeistof het te hebben begeven en liep de temperatuur van Billy extreem hoog op. Toen we het contact hadden uitgezet, bleek Billy in staat om zonder ontsteking toch nog een minuut of 5 door te kunnen draaien. We konden de oorzaak redelijk snel vinden en wisten het lek te dichten en het water niveau aan te vullen.
Eenmaal terug in Mbeya vonden we bij Holiday Lodge een parkeerplek en een kamer voor een zeer aantrekkelijke prijs. Omdat de volgende dag een zonsverduistering zou plaatsvinden, besloten we de reparaties 1 dag te uit te stellen. Hoog in de heuvels konden we samen met een leuke groep mensen de verduistering goed waarnemen. Na afloop sloten we aan bij Cory en Kim, 2 Amerikaanse missionarissen die reeds 10 jaar in Tanzania werken.
Omdat we nu toch bij een garage waren besloten we om ook iets te doen aan de ademhalingsproblemen van Billy. Het kleine luchtfilter kon de hoeveelheid stof op de Afrikaanse wegen niet aan, maar voor een grotere was er geen plaats bij de motor. We besloten om zijn nieuwe en grotere longen te verhuizen naar het dak alwaar ook de lucht minder stoffig is. Op zich geen complexe ingreep, maar wel een opvallende. Eenmaal hersteld vertrokken we richting Lake Tanganyika, waar we dankzij Cory, konden overnachten bij Mike, Lynn en hun zoon Luka. We werden volledig in de watten gelegd middels avondeten, ontbijt en lunch. Wat een gasvrijheid en wat een gezellige mensen.
Aangekomen in Sumbawanga ging Andrew wat inkopen doen en tanken, terwijl Martine het weeshuis bezocht, waar Luka als ondervoede baby was opgevangen voor hij in het gezin van de Caraway’s werd opgenomen. Het sobere weeshuis wordt met liefde gerund, maar laat desondanks een hartverscheurende indruk achter. Dat is niet vanwege het ontbreken van speelgoed, maar het tekort aan aandacht voor alle kinderen. Er werken enkele medewerkers met enkele vrijwilligers op 30 tot 50 kinderen in de leeftijd van 0 tot 6 jaar.
De weg naar Lake Tanganyika leidde door Katavi NP waar we olifanten, veel nijlpaarden en krokodillen zagen. Last van de Tsee-tsee vliegen hebben we niet gehad, maar we werden bestormd door hordes paardevliegen, die behoorlijke bulten achterlieten. Zonder te stoppen zijn we het park van pure ellende zo snel mogelijk weer uitgereden. Bij Riverside lodge vonden we een leuke plek vlakbij de rivier waar zeker 100 nijlpaarden huisden.
Het was verbazingwekkend hoe dicht we bij deze ‘mudmonsters’ aan de rivier konden zitten. ’s Nachts zijn we echter maar veilig in onze camper gebleven. Om naar het toilet te lopen en onderweg een nijlpaard tegen te komen, zagen we niet zo zitten.
De kronkelige weg naar Kipili aan Lake Tanganyika werd steeds slechter en er waren 2 momenten waar we bijna van de weg af raakten. Het luxe Lake Shore lodge bleek erg prijzig, waardoor we besloten we om de volgende dag weer verder te reizen. Nog geen 1 km van de dure lodge vonden we direct aan het meer een heerlijke staplaats bij de Brothers. De toiletten, die ’s nachts ook werden bezocht door de kakkerlakken, waren een schril contrast met de luxe lodge. Maar met een privé-strand direct aan het meer doen wij niet moeilijk en graven ons eigen toilet in het zand. Een nieuwsgierig groepje kinderen kwamen bij ons langs en Martine had ze al snel aan het kleuren met dank aan het Mantra kleurboek van Lijda Vos.
Tijdens het uitstippelen van onze route zag Andrew dat er een weg was van Mpanda naar Lake Tanganyika die net boven Mahale Mountain National Park uit kwam. In Open Street Maps was het een normale weg, in Tracks 4 Africa ging de weg halverwege over in een stippellijn met de opmerking “Steep and Rocky”. Op zoek naar avontuur vertrokken we naar de kust. De gravelweg vloog onder de banden van Billy aan ons voorbij door heuvels en dalen en langs simpele lemen en stenen hutten. Bij Mwesi werd de weg smaller en waren ze een brug aan het bouwen zodat de weg en rivier elkaar zonder problemen konden kruisen. In het zand zagen we enkel sporen van fietsers of brommers. Gelukkig was het nu het droge seizoen, dus de twee met keien en hout gevulde kleine bruggetjes zorgden ervoor dat de lokalen over het stroompje konden komen. Zij waren echter gemaakt voor het dragen van een fiets of brommer in plaats van een camper. Na de situatie te hebben bekeken, was Andrew optimistisch en Martine klaar om rechts om te keren. Andrew kreeg zijn zin en behoedzaam en met veel buigend en krakend hout bereikte Billy de overkant van beide bruggetjes. Opgelucht en met zekere euforie vervolgden we onze weg op zoek naar de uitdagingen die deze route zou brengen.
Steile rotsachtige afdalingen en door water uitgesleten smalle paden volgden, terwijl de avond zich langzaam aandiende. In een kleine vallei werden we vrolijk begroet door een verbaasde boer en zijn familie. Het was lang geleden dat een auto voorbij was gekomen. We maakten gebruik van deze vriendelijkheid door met gebaren te vragen of we bij hun op het terrein mochten overnachten, wat geen enkel probleem was. Na wat hoffelijkheden en moeizaam contact konden we de nacht tegemoet treden met een glaasje warme koeiemelk.
De volgende ochtend werden we vroeg wakker door de haan en de kippen die op ca 3 meter afstand op stok zaten. We namen kort afscheid van onze gastheer en vervolgden onze weg naar het meer. Een paar uitdagingen later troffen we een kleine modderpoel aan met daarover een enkele plank. De poel was niet meer dan 1,5 meter breed en we besloten om hier maar vlot doorheen te rijden. Billy dook de blubber in en met een vaart er ook weer uit, echter niet zonder voor en achter met de bumpers door het slijk te gaan.
Aan alle beproevingen kwam een eind toen we de beloofde hoofdweg bereikten die noordelijk richting Kigoma leidde. Echter een verstopte bult in het wegdek verraste ons volledig toen we met ca. 65 km/h over het gravel reden en door de lucht werden gelanceerd. Gelukkig kwam Billy gelijkmatig uit de veren en lande met alle 4 wielen gelijktijdig weer op de weg. Het koste ons achteraf helaas een schokdemper.
In Kigoma bereikten we net voor schemer het idyllische Jacobsen Camp waar we op enkele meters van het strand een paar nachten door brachten en vermaakt werden door de capriolen van de Velvet
of wel de ‘Blauwe Ballen’ apen. Nadat de garage de schokdempers had vervangen door een geïmproviseerd Toyota model konden we weer op pad richting Rwanda.
[Top]