Reisverslag Sudan en Saudi-Arabië
Galerij Sudan en Saoedi-Arabië
Sudan en Saoedi-Arabië, januari 2017
Bij de grens aangekomen werden we belaagd door mensen die ons graag wilden helpen. Toen Martine één van hen vertelde dat we het wel alleen konden, gaf hij aan dat hij vrijwilliger was en dat het niets zou kosten. Na onze verontschuldiging lieten we ons gewillig door hem begeleiden. Kort daarop zagen we Carl en Willem, de motorrijders uit België weer. Zij hadden aan de grens de nacht doorgebracht, omdat er wat geregeld moest worden om hun motoren op een TIP (Temporary Import Permit) Sudan in te krijgen. Gezamenlijk gingen we naar Customs waar het wachten begon. Tegen vieren kwamen er schalen met eten en we werden door de beambten uitgenodigd om een hapje mee te lepelen en dat smaakte voortreffelijk. Veel lekkerder dan de zure pannenkoek (Injara) die van Ethiopië gewend waren.
2 uur later kregen we pas de papieren terug en konden we op weg naar Khartoum. We reden een half uurtje en vonden een beschutte plek om de nacht door te brengen. Martine maakte soep, Carl zette zijn tent op en Willem verzamelde hout voor een vuurtje. Halverwege de avond zagen we een licht bewegen dat naar ons toe kwam. Het was een man die terug kwam na een dag honing verzamelen. We kregen allemaal een stukje honigraat aangeboden en in ruil daarvoor gaven we hem wat Fanta te drinken. Het was een leuk en ongedwongen bezoek dat net zo spontaan eindigde als het begon.
De volgende dag vertrokken reden we verder richting Khartoum, met als doel om nog een keer wild te kamperen. Toen we echter tegen vijven een plekje wilde zoeken bleek de leegte plaats gemaakt te hebben voor lint bebouwing en daarom besloten we toch maar door te rijden naar German Guesthouse waar we rond 20:00 aankwamen. Hier ontmoette we Gunter, de voormalige eigenaar van het guesthouse. Een eigenzinnige en interessante man die ons volledig aan zijn lippen had hangen. Norbert de huidige eigenaar zat in Saoedi-Arabië om een reisgezelschap te begeleiden.
In Sudan moet je jezelf, naast je visum, ook laten registreren in Khartoum als je langer dan 3 dagen in het land blijft. Waar dat moest hadden ze bij de grens niet aangegeven. Het guesthouse had een service om het voor je te regelen, maar dat koste 100SDP (5 Euro), dus dat gingen we zelf wel regelen. Achteraf een grote fout, omdat we bijna een halve dag bezig zijn geweest om het te regelen, gepaard met een hoop frustratie, omdat je een kopie van het identiteitsbewijs van een Sudanees nodig hebt die garant voor je wil staan. Wij zijn naar een politiebureau gegaan waar we 840 sdp moesten betalen. Later hoorden we dat het bij het vliegveld eenvoudiger en goedkoper is.
Een ander document, het Travel en Photo Permit, was bij het Ministerie van Toerisme een stuk eenvoudiger, sneller en bovendien gratis te krijgen. Naar zegge wordt er buiten Khartoum veel om dit document gevraagd.
Toen eenmaal de lokale bureaucratie was volbracht, konden we ons visum voor Saoedi-Arabië via een reisbureau aanvragen. Het koste 300USD en zou binnen enkele dagen gereed zijn. Middels een bezoek aan de lokale Sook (markt) doken we even kort in de echte cultuur van Sudan en diens vriendelijke mensen.
De bestelde onderdelen voor Billy bleken een groter probleem. Van DHL hoorden we dat deze nog steeds moesten worden ingeklaard bij customs. We mochten dat zelf regelen of door DHL laten regelen. Met de ervaring van de registratie in het achterhoofd was dat een eenvoudige keuze. Enkele dagen later konden we de onderdelen afhalen. Helaas met een veel te hoge customs duty van wel 26%. De volgende dag werd het nieuwe uitlaat spruitstuk er door Andrew en de hulp van garage Ahmed Turabi erin gezet.
We reden noordelijk en kwamen regelmatig checkpoints tegen die vroegen om ons paspoort en/of een kopie van onze travel- en fotovergunning. Martine had een stuk of 5 kopieën gemaakt, maar in dit tempo raakten we er snel doorheen, omdat ze telkens een kopie wilden houden. Met veel pijn en moeite wisten we enkele beambten te overtuigen dat ze de kopie terug moesten geven, omdat we anders bij de volgende controle in de problemen zouden komen. We vonden de off-road weg naar Naqa en na een paar kilometers vonden we de oude tempels en tevens een plek om de nacht door te brengen. Tegen het invallen van de avond kwam er nog een agent langs die eerder vriendelijk naar ons had gezwaaid, maar kennelijk tot de conclusie was gekomen dat ook hij onze permit moest zien. Hij had gewoon een kilometer gelopen om die fout te herstellen.
Bij een checkpoint op dag 2 werd er om het paspoort gevraagd, maar die kreeg Andrew niet terug. De wagen moest aan de kant en Andrew haastte zich om de man te volgen die er mee weg liep. Bij een auto hielden we stil en achterin zat een agent met een laptop die de foto’s van Billy liet zien en diens snelheid. Op dit traject mogen auto’s 100 km/h en vrachtwagens 80 km/h. Bij Billy stond een snelheid vermeld van 89 km/h. Andrew stak zijn duim op en gebaarde dat dit dus prima in orde moest zijn, omdat Billy nu eenmaal officieel geen vrachtwagen is. Deze mening deelde de man niet en na veel vriendelijke doch temperamentvolle discussies liet de man ons gaan zonder bekeuring.
Billy begon die dag langzamer te rijden en leek vermogen te missen. Ook hoorden we af en toe een behoorlijke mechanische tik onder de wagen vandaan komen. Door met enige regelmaat kort het gas los te laten bleek het mogelijk om de tik te voorkomen. De snelheid was inmiddels gezakt naar 60 km/h toen we een mooie slaapplek vonden achter een groep mooie ronde rotsen.
De volgende dag, vlak voordat we door de heuvels moesten rijden, was de tik weg en het vermogen terug.….onbegrijpelijk, maar wel erg fijn.
In Suakin, de plaats waar de boot vertrekt, konden we eenvoudig de tickets regelen via een lokale reisagent. De tickets waren gelijk bevestigd en we konden de volgende dag aan boord gaan, waarbij een assistent ons zou begeleiden langs de verschillende loketten. We hadden onze lunch bij een lokaal visrestaurant die er niet echt geweldig uit zag, maar werkelijk voortreffelijk eten had. Na de lunch deden we een poging om wat boodschappen te halen voor op de boot. Gelukkig kregen we hulp, omdat alles hier in Suakin heel erg verspreid of verstopt is en men tevens hogere prijzen wil rekenen voor de blanke ‘rijke’ man.
We vonden een plek om te overnachten bij de visafslag met uitzicht op de oude stad op het voormalig Turks schiereiland, waar eigenlijk niet veel meer van overeind stond.
De visafslag was niet meer in gebruik, zodat het een heerlijk rustige plek was.
Na het ontbijt en een verkoelende duik in de zee, reden we naar de haven waar we om 13.30h werden verwacht door de assistent van onze reisagent. Hij organiseerde mannetjes die ons langs de verschillende loketten hielpen. Het verliep allemaal erg rustig en tegen 16.00h konden we wachten op het teken om de boot op te gaan. Om 18.00h was het dan zover en reden we, op ons eigen verzoek, als laatste wagen achteruit het ruim van de boot in, samen met Carl en Willem. De tweede stuurman, Salami uit Jemen, had ons uitgenodigd om tijdens zijn dienst de brug te bezoeken. Om 7.00h stapten we op de brug van het schip waar Salami al druk bezig was om Carl en Willem van alles te vertellen over de boot en het navigeren met zeekaarten.
Martine mocht ook even achter het stuur met als resultaat dat ze een paar minuten bezig waren om het schip weer op de juiste koers te krijgen….
Tegen 11.00h legde ons schip, de Noor genaamd, aan in Jeddah, Saoedi-Arabië en niet veel later mochten we de auto op de kade rijden. Het laatste stuk van de kade moest Billy door een medewerker naar customs worden gereden, terwijl wij met een bus naar immigratie werden gebracht. Het stempelen van de paspoorten ging vlot, maar uiteindelijk moesten we erg lang wachten op de papieren die nodig waren om onze auto terug te krijgen. Pas rond 15.30h konden we het haventerrein verlaten op weg naar een tankstation. Andrew vond Billy moeilijk sturen en ontdekte geschrokken dat de havenmedewerker Billy in zijn 4×4 had gezet. Gelukkig bleek er niets beschadigd en konden we richting Mekka vertrekken. De snelweg was erg goed en Billy reed lekker door.
Voor Mekka stond de weg aangegeven voor de niet-Moslims om om Mekka heen te kunnen rijden. Het gebied rond Mekka bestaat voornamelijk uit heel veel parkeerplaatsen en faciliteiten die nodig zijn voor de massale toestroom van de pelgrims. Ongeveer 75 km buiten Mekka vonden we in een rivierbedding een beschutte en rustige plek om te overnachten.
Om 5.00h reden we weer weg, omdat we in minder dan 2,5 dag 1600 km moesten afleggen. Met een record van een afgelegde afstand van 853 km, parkeerden we de wagen om 19.00h achter de omheining van een bedrijf op een braakliggend terrein.
Wederom vroeg op pad, maar helaas niet alert genoeg, reden we achter op een vrachtwagen. Deze was net na een rotonde aan het afremmen voor een gat in het wegdek, terwijl wij juist aan het optrekken waren. De waardeloze remmen van Billy eisten nu zijn tol en voordat we het goed en wel in de gaten hadden, drukte Billy met lage snelheid zijn raam in de laadbak van de kiepwagen. Dankzij de rolbeugel bleef de schade beperkt tot twee kapotte voorruiten, een gesneuveld zijraam en ingedeukt metaal. De vrachtwagen zelf had van het gehele voorval kennelijk niets gemerkt, want hij reed rustig verder. Terwijl wij van de schrik zaten te bekomen, namen we de schade op en veegden we de stukjes glas uit de wagen. De woestijn was vroeg in de ochtend behoorlijk koud en extra warm gekleed besloten we door te rijden naar de grens met de VAE, welke 600 km verderop lag. We hadden geen tijd meer om de ramen ter plaatse te laten repareren, want het was de laatste dag van ons driedaagse visum. Onderweg zakte het raam aan de bestuurderskant langzaam verder uit zijn sponning. Als een tijdelijke oplossing hebben het raam zo goed en kwaad als het ging met duct tape vastgeplakt.
Vlak voor de grens van VAE zagen we een MC-Donalds en omdat het inmiddels 2 uur ’s middags was, trakteerden we ons zelf op het eerste fastfood sinds tijden. We hadden een interessant gesprek met de Filipijnse medewerker die daar midden in de woestijn vast zat aan een contract van 2 jaar. Het was niet toegestaan tussendoor naar huis te vliegen en daarbij kwamen de vele beperkingen die Saoedi-Arabië oplegt, zoals het niet mogen vieren van kerst. Met in gedachten hoe goed wij het wel niet hebben, verlieten we zonder veel moeite Saoedi-Arabië en reden we naar het immigratiekantoor van de VAE. Merkwaardig genoeg heeft niemand ons naar de kapotte ruiten gevraagd.